Statuten

Artikel 1 NAAM, VESTIGINGSPLAATS EN DUUR

1. De vereniging draagt de naam: Vereniging De Berner Sennenhond.
De vereniging kan de verkorte naam: VBSH voeren en wordt in deze statuten aangeduid als:
"de vereniging" of "de Vereniging De Berner Sennenhond".
2. Zij is gevestigd te Ede.
3. De vereniging is voor onbepaalde tijd aangegaan. Zij is opgericht op zeven en twintig juni
negentienhonderd acht en zeventig.
4. Zij is in het jaar tweeduizend twee als lid toegetreden tot de Vereniging Raad van Beheer op
Kynologisch Gebied in Nederland, hierna te noemen "Raad van Beheer".

Artikel 2 DOEL EN MIDDELEN

1. De vereniging heeft ten doel:
a. de instandhouding en verbetering van het ras de Berner Sennenhond;
b. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van de tot dit ras behorende honden in
het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke gebreken binnen dit ras in het
bijzonder;
c. het bevorderen van het contact tussen fokkers en liefhebbers van de Berner Sennenhond.
2. Zij tracht dit doel te bereiken door:
a. het houden van vergaderingen en het organiseren van lezingen en cursussen;
b. het organiseren van cursussen, examens en wedstrijden op het gebied van het werken
met honden;
c. het organiseren van exposities;
d. het geven van voorlichting over de aankoop, het houden, fokken en opvoeden van de
Berner Sennenhond;
e. het opstellen van plannen ter bestrijding van erfelijke gebreken binnen het ras en het
treffen van maatregelen ter uitvoering van die plannen;
f. het bijhouden van een register van raszuivere Berner Sennenhonden, waarvan de
uitvoering plaatsvindt via de Raad van Beheer;
g. het registreren van uitslagen van onderzoeken van tot het Berner Sennenhonden-ras
behorende honden betreffende de aanwezigheid van erfelijk bepaalde afwijkingen
alsmede van de mogelijkheid van het doorgeven van de aanleg daarvoor aan
nakomelingen, een en ander met het doel, ten behoeve van een verantwoorde fokkerij
van Berner Sennenhonden gegevens uit deze registratie aan derden te verstrekken en te
publiceren;
h. het uitgeven van een clubblad of een periodiek;
i. het deelnemen aan het overleg binnen de georganiseerde kynologie;
j. al hetgeen verder aan het doel dienstbaar kan zijn, een en ander voor zover daarbij niet
wordt gehandeld in strijd met de statuten, reglementen en wettige besluiten van de Raad
van Beheer.

V B S H

Vereniging De Berner Sennenhond
Erkend door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
Statutair gevestigd te Ede sinds 27 juni 1978
Kamer van Koophandel reg.nr. 40101363
www.bernersennen.nl

Artikel 3 VERHOUDING TOT DE VERENIGING RAAD VAN BEHEER

1. De Vereniging De Berner Sennenhond ontleent haar rechten aan de statuten, huishoudelijk
reglement en overige reglementen van de Raad van Beheer en verplicht zich zonder
voorbehoud tot naleving van die statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de
Raad van Beheer.
2. De Vereniging De Berner Sennenhond aanvaardt zonder voorbehoud de rechtsmacht van de
Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie, zoals
weergegeven in de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van Beheer.
3. De leden van de Vereniging De Berner Sennenhond zijn jegens de vereniging tot hetzelfde
gehouden als waartoe de Vereniging De Berner Sennenhond vanwege haar lidmaatschap
jegens de Raad van Beheer zal zijn gehouden op grond van de statuten en reglementen van
de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen
besluiten.
4. De Vereniging De Berner Sennenhond is bevoegd tot het opleggen van de verplichtingen aan
de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe de Vereniging De Berner
Sennenhond jegens de Raad van Beheer is gehouden uit hoofde van het bepaalde in de
statuten en reglementen van de Raad van Beheer ook geldt als verplichtingen die de leden
van de Vereniging De Berner Sennenhond rechtstreeks jegens de Raad van Beheer hebben,
alles met toepassing van het bepaalde in artikel 46, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 4 VERENIGINGSJAAR

Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 5 LEDEN

1. De leden van de vereniging worden onderscheiden in gewone leden en buitengewone leden.
2. Gewone leden hebben alle rechten en plichten die de wet en deze statuten aan leden
toekennen onderscheidenlijk opleggen. Buitengewone leden hebben deze rechten en
plichten slechts voor zover deze statuten niet anders bepalen.

Artikel 6 GEWONE LEDEN

1. De gewone leden van de vereniging worden onderscheiden in:
a. algemene leden;
b. ereleden.
2. Algemene leden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt
en als zodanig zijn toegelaten.
3. Ereleden zijn de natuurlijke personen die zich voor de vereniging buitengewoon
verdienstelijk hebben gemaakt en om die reden als zodanig zijn benoemd.

 

Artikel 7 BUITENGEWONE LEDEN

1. De buitengewone leden van de vereniging worden onderscheiden in:
a. gezinsleden;
b. jeugdleden.
2. Gezinsleden zijn zij die met een lid zijn getrouwd of daarmee duurzaam samenleven en die
als zodanig zijn toegelaten.
3. Jeugdleden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben
bereikt en als zodanig zijn toegelaten.

Artikel 8 ERELEDEN

1. Ereleden worden door de Algemene Vergadering op voorstel van het bestuur of op
schriftelijk voorstel van ten minste vijftig stemgerechtigde leden benoemd met een
meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Zij betalen geen
contributie.
2. Indien een algemeen lid of gezinslid tot erelid wordt benoemd, houdt hij met ingang van de
dag volgende op de aanvaarding van zijn benoeming op algemeen lid of gezinslid te zijn.

Artikel 9 GEZINSLEDEN

1. Gezinsleden ontvangen geen clubblad en betalen een verminderde contributie.
2. Een gezinslid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar
volgende op het jaar waarin zijn of haar partner ophoudt lid te zijn. Indien de relatie met
deze partner wordt ontbonden, kan het bestuur al dan niet op verzoek het
gezinslidmaatschap omzetten in een algemeen lidmaatschap.

Artikel 10 JEUGDLEDEN

1. Jeugdleden kunnen slechts worden toegelaten met schriftelijke toestemming van een ouder
of voogd.
2. Jeugdleden hebben geen stemrecht en kunnen niet tot bestuurslid worden benoemd. Zij
betalen een verminderde contributie.
3. Een jeugdlid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar
volgende op het jaar waarin hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

Artikel 11 TOELATING VAN LEDEN

1. Het bestuur beslist over de toelating van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden nadat
zij zich als zodanig schriftelijk hebben aangemeld.
2. Zij aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari
tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie bij onherroepelijke uitspraak een straf is
opgelegd kunnen als lid worden geweigerd.
3. Leden kunnen tot twee weken na publicatie in het clubblad een bezwaar indienen tegen een
aanvraag tot lidmaatschap. Het bestuur kan het besluit omtrent de toelating ten hoogste
twee maanden aanhouden indien er bezwaren tegen een lidmaatschap zijn ingediend.

4. Indien de toelating door het bestuur wordt geweigerd, staat daartegen binnen een maand na
ontvangst van het bericht van weigering beroep op de Algemene Vergadering open. De
Algemene Vergadering kan ook uit eigen beweging alsnog tot toelating besluiten.

Artikel 12 AANVANG VAN HET LIDMAATSCHAP

1. Het lidmaatschap van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden vangt, onverminderd het
bepaalde in artikel 9, tweede lid en artikel 10, derde lid, aan met de dag volgende op hun
toelating.
2. Het lidmaatschap van ereleden vangt aan met de dag volgende op de aanvaarding van hun
benoeming.

Artikel 13 EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting.
Artikel 14 OPZEGGING DOOR HET LID

1. Opzegging door het lid geschiedt schriftelijk aan het bestuur.
2. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 4, met ingang van de
dag die daarvoor bij de opzegging wordt vermeld, doch op zijn vroegst met ingang van de
dag volgende op die, waarop de schriftelijke opzegging wordt ontvangen. Indien bij de
opzegging geen tijdstip wordt vermeld, eindigt het lidmaatschap aan het einde van het
verenigingsjaar waarin de opzegging plaatsvindt.
3. Indien het lidmaatschap niet is opgezegd voor één december van enig jaar is de contributie
voor het volgend jaar te voldoen en wordt de opzegging beschouwd als voor het daarop
volgend jaar.

Artikel 15 OPZEGGING DOOR DE VERENIGING

1. Opzegging door de vereniging is slechts mogelijk indien:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet nakomt;
b. aan het lid door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari
tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie bij onherroepelijke uitspraak een straf
van diskwalificatie van zijn persoon is opgelegd;
c. om een andere reden van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het
lidmaatschap te laten voortduren.
2. De opzegging geschiedt door het bestuur.

3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder a., wordt niet tot opzegging overgegaan dan
nadat het lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen en hij gedurende een maand in de
gelegenheid is gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.
4. Het lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk en met opgave van redenen van het besluit tot
opzegging in kennis gesteld. Daarbij wordt mededeling gedaan van de op grond van het
vijfde lid bestaande beroepsmogelijkheid.
5. Tegen het besluit tot opzegging staat binnen een maand na ontvangst van de in het vorige
lid bedoelde mededeling beroep op de Algemene Vergadering open. Gedurende de
beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst in de uitoefening van alle aan
het lidmaatschap verbonden rechten en in de uitoefening van een eventueel door het lid
beklede bestuursfunctie. Het geschorste lid heeft echter wel toegang tot de Algemene
Vergadering waarin het beroep wordt behandeld, is bevoegd om bij de behandeling van het
beroep aanwezig te zijn en daarover het woord te voeren, doch heeft geen stemrecht.
6. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 4, met ingang van de
dag volgende op het verstrijken van de beroepstermijn of, indien beroep wordt ingesteld,
onmiddellijk na het besluit tot verwerping van het beroep indien het lid aanwezig is in de
vergadering waarin dit besluit wordt genomen, en anders met ingang van de dag volgende
op die, waarop een schriftelijke mededeling van het besluit tot verwerping van het beroep is
ontvangen.
7. Een schorsing eindigt tegelijk met het lidmaatschap of, indien de Algemene Vergadering het
beroep gegrond verklaart, tegelijk met het besluit van de Algemene Vergadering.

Artikel 16 ONTZETTING

1. Ontzetting is slechts mogelijk indien:
a. het lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van
de vereniging;
b. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. De ontzetting geschiedt door het bestuur.
3. Artikel 15, vierde tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 OVERIGE SANCTIES

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 15, vijfde lid en artikel 16, derde lid kan een lid door het
bestuur voor de duur van maximaal één jaar worden geschorst indien het lid heeft
gehandeld in strijd met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van de
vereniging dan wel de vereniging op onredelijke wijze heeft benadeeld.
2. Artikel 15, lid 5 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 ORGANEN

De vereniging kent:
a. een bestuur;
b. een Algemene Vergadering;
c. een kascommissie;
d. een geschillencommissie.
Artikel 19 SAMENSTELLING BESTUUR

1. De Algemene Vergadering besluit, of het bestuur uit vijf, zeven of negen leden zal bestaan.
De bestuursleden worden door de Algemene Vergadering uit de algemene leden, de
ereleden en de gezinsleden benoemd. De Algemene Vergadering kan echter bepalen, dat de
voorzitter buiten de leden kan worden benoemd.
2. Degene aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari
tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie de straf van diskwalificatie van zijn
persoon is opgelegd, is gedurende de duur van deze diskwalificatie niet tot lid van het
bestuur benoembaar. De Algemene Vergadering kan echter bepalen, dat leden, die door
voornoemd college zijn veroordeeld waarbij een andere straf is opgelegd dan diskwalificatie
van zijn persoon, niet benoembaar zijn tot lid van het bestuur. Daarbij dient te worden
aangegeven in welke gevallen, in casu bij welke opgelegde straffen alsmede welke
verjaringstermijnen daarop van toepassing zijn, betrokkenen niet als bestuurslid kunnen
worden benoemd.
3. De voorzitter wordt door de Algemene Vergadering benoemd.
4. De secretaris en de penningmeester kunnen als zodanig in functie worden benoemd.

Artikel 20 VOORDRACHTEN

1. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer niet bindende voordrachten,
behoudens het bepaalde in het zesde lid.
2. Iedere voordracht heeft op één bepaalde vacature betrekking en vermeldt de naam van
degene, door wiens aftreden de vacature wordt veroorzaakt. Iedere voordracht vermeldt
voorts de naam van ten minste één kandidaat.
3. Tot het opmaken van een voordracht zijn zowel het bestuur als vijftig stemgerechtigde leden
bevoegd.
4. Een voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld.
Een voordracht van vijftig of meer stemgerechtigde leden moet ten minste twee weken voor
de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
5. Is er voor een bepaalde vacature meer dan één voordracht, dan geschiedt de benoeming uit
die voordrachten.
6. Is er voor een bepaalde vacature geen voordracht opgemaakt, dan is de Algemene
Vergadering voor de vervulling van die vacature vrij in haar keus.

Artikel 21 EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door periodieke aftreding;
c. door bedanken;
d. door ontslag;
e. door oplegging van een straf door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na
één januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie.
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt in het geval, bedoeld in het eerste lid onder b., aan het
einde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde Algemene Vergadering. In het geval, bedoeld
in het eerste lid onder c., eindigt het bestuurslidmaatschap op het door het bedankende
bestuurslid genoemde tijdstip. In alle overige gevallen eindigt het met onmiddellijke ingang.

Artikel 22 PERIODIEKE AFTREDING

1. Ieder jaar treden op de jaarlijkse Algemene Vergadering één, twee of drie bestuursleden af
volgens een door het bestuur op te maken en zo nodig te wijzigen rooster.
2. Dit rooster wordt zodanig opgemaakt, dat:
a. ieder bestuurslid uiterlijk drie jaar na zijn benoeming aftreedt, waarbij onder een jaar
wordt verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse Algemene
Vergaderingen;
b. de voorzitter, de secretaris en de penningmeester zo mogelijk in verschillende jaren, maar
in ieder geval nimmer alle drie gelijktijdig aftreden;
c. zij die in een tussentijdse vacature zijn benoemd, zo mogelijk op het rooster de plaats van
hun voorganger innemen.
3. Volgens rooster aftredende bestuursleden kunnen terstond worden herbenoemd.

Artikel 23 SCHORSING EN ONTSLAG

1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of
geschorst.
2. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag,
eindigt door het verloop van die termijn.


Artikel 24 VERVULLING TUSSENTIJDSE VACATURES

1. Indien in het bestuur één of meer vacatures zijn ontstaan, blijft het bestuur bevoegd.
2. Het bestuur is verplicht, de vervulling van de open plaats of de open plaatsen voor de
eerstvolgende Algemene Vergadering te agenderen. Zodra echter het aantal zitting
hebbende bestuursleden minder bedraagt dan het aantal vacatures, is het bestuur verplicht
zo spoedig mogelijk een Algemene Vergadering ter voorziening in die vacatures te beleggen.

Artikel 25 BESTUURSFUNCTIES

1. Het bestuur voorziet in de vervanging van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester
in geval van verhindering of ontstentenis en verdeelt ook overigens de werkzaamheden
over zijn leden.
2. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester zijn onverenigbaar.
3. Op vervanging in geval van verhindering of ontstentenis is het bepaalde in het tweede lid
niet van toepassing.

Artikel 26 BESTUURSTAAK EN BEVOEGDHEDEN; VERANTWOORDELIJKHEID VAN BESTUURDERS

1. Behoudens de beperkingen van de statuten is het bestuur belast met het besturen van de
vereniging. Het richt zich daarbij naar de aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van
het te volgen beleid, zoals die door de Algemene Vergadering in de begroting of op andere
wijze worden gegeven.
2. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering, bevoegd
tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaren van
registergoederen.
3. Ieder lid van het bestuur is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling
van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring
van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk
terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is
geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

Artikel 27 BESLUITVORMING BESTUUR

1. Alle besluiten worden door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de
uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de
doorslag, tenzij het bestuur besluit de zaak tot de volgende vergadering aan te houden.
2. Om te kunnen besluiten moet ten minste de helft van het aantal bestuursleden, eventuele
vacatures niet meegerekend, aanwezig zijn, tenzij het zaken betreft die geen uitstel
gedogen.
3. In afwijking van hetgeen de wet daarover bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent
de uitslag van een stemming en de inhoud van een genomen besluit niet beslissend.

Artikel 28 MANDATERING EN DELEGATIE VAN BESTUURSTAKEN EN -BEVOEGDHEDEN

1. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en
bevoegdheden mandateren aan één of meer van zijn leden. Het bestuur kan daarbij met
betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen en aanwijzingen geven.
2. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en
bevoegdheden delegeren aan een door het bestuur ingestelde commissie. Het bestuur kan
daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen geven.
3. De richtlijnen en aanwijzingen mogen niet in strijd zijn met de wet, met deze statuten of met
een reglement als bedoeld in artikel 44.

4. Bij mandatering aan één of meer bestuursleden wordt steeds in de eerstvolgende
bestuursvergadering verslag uitgebracht van hetgeen is verricht.

Artikel 29 VERTEGENWOORDIGING

1. De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, komt toe aan:
a. het bestuur;
b. de voorzitter en de secretaris, gezamenlijk handelend;
c. de voorzitter en de penningmeester, gezamenlijk handelend;
d. de secretaris en de penningmeester, gezamenlijk handelend.
2. Bij verhindering of ontstentenis van een in het eerste lid genoemde functionaris kan deze
ten behoeve van de daar bedoelde vertegenwoordiging niet vervangen worden door een op
grond van artikel 25 aangewezen vervanger.

Artikel 30 GELDMIDDELEN

De inkomsten van de vereniging bestaan uit:
a. contributies;
b. cursusgelden;
c. inschrijf- en entreegelden voor evenementen;
d. schenkingen, legaten en erfstellingen;
e. overige baten.
Artikel 31 CONTRIBUTIE

1. De leden, met uitzondering van de ereleden, zijn aan de vereniging een jaarlijkse contributie
verschuldigd, waarvan het bedrag door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
2. Het bedrag van de contributie van gezinsleden en jeugdleden wordt bepaald op een gedeelte
van de contributie van algemene leden. Dit gedeelte kan voor elk van de genoemde
categorieën verschillend zijn.
3. Eenmaal vastgestelde bedragen blijven van kracht totdat zij door de Algemene Vergadering
worden gewijzigd. Een wijziging werkt ten hoogste terug tot de aanvang van het
verenigingsjaar waarin zij wordt vastgesteld.
4. Wanneer het lidmaatschap van een lid in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft
desondanks de contributie over het gehele jaar verschuldigd.
5. Het bestuur kan in bijzondere gevallen, al dan niet voor een bepaalde termijn, gehele of
gedeeltelijke vrijstelling van het betalen van contributie verlenen.

Artikel 32 BEGROTING

1. Het bestuur legt jaarlijks aan de Algemene Vergadering een begroting van inkomsten en
uitgaven ter vaststelling voor op een zodanig tijdstip, dat deze begroting behandeld kan
worden vóór de aanvang van het betreffende verenigingsjaar of uiterlijk op de in dat jaar te
houden jaarlijkse Algemene Vergadering.

2. De ontwerpbegroting wordt aan de stemgerechtigde leden en de jeugdleden ten minste drie
weken vóór de Algemene Vergadering beschikbaar gesteld door publicatie op het alleen
voor leden toegankelijke deel van de website, in het clubblad en/of in een periodieke
nieuwsbrief en kan desgewenst op aanvraag worden toegezonden. In het laatste geval
worden de leden van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld.
3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen als daardoor de
begrotingspost ten laste waarvan de betreffende uitgaven moeten worden gebracht, met
meer dan tien procent zou worden overschreden of het totale financiële resultaat van het
betreffende verenigingsjaar daardoor ongunstiger zou worden dan in de begroting werd
voorzien.
4. Indien evenwel de begroting niet wordt vastgesteld vóór de aanvang van het betreffende
verenigingsjaar, dan is het bestuur gedurende iedere maand die geheel of gedeeltelijk aan
die vaststelling voorafgaat, bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot ten hoogste
een/twaalfde gedeelte van de betreffende begrotingspost van het voorafgaande
verenigingsjaar.


Artikel 33 JAARVERSLAG

1. Het bestuur brengt jaarlijks een schriftelijk jaarverslag uit over de gang van zaken in de
vereniging en over het gevoerde beleid in het afgelopen verenigingsjaar. Dit verslag wordt
uitgebracht op een zodanig tijdstip, dat het behandeld kan worden op de eerste jaarlijkse
Algemene Vergadering na afloop van dat verenigingsjaar.
2. Het jaarverslag wordt door alle leden van het bestuur ondertekend. Ontbreekt de
ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen
melding gemaakt.
3. Artikel 32, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 34 BOEKHOUDING

1. Het bestuur houdt van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen,
dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur bewaart de in het eerste lid bedoelde bescheiden gedurende tien jaren.

Artikel 35 REKENING EN VERANTWOORDING

1. Het bestuur maakt jaarlijks een balans en een staat van de baten en de lasten van de
vereniging over het afgelopen verenigingsjaar op en legt deze met een toelichting ter
goedkeuring aan de Algemene Vergadering voor op een zodanig tijdstip, dat zij behandeld
kunnen worden op de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering na afloop van dat
verenigingsjaar.
2. Artikel 32, tweede lid en artikel 33, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten door de Algemene Vergadering
strekt het bestuur tot décharge voor al hetgeen daaruit blijkt.
4. Artikel 34, tweede lid, is van toepassing.

Artikel 36 KASCOMMISSIE

1. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de stemgerechtigde leden een kascommissie
van ten minste twee leden. Tegelijkertijd worden zo mogelijk ten minste twee
plaatsvervangende leden benoemd, die de leden bij ontstentenis vervangen. De leden en de
plaatsvervangende leden mogen geen deel van het bestuur uitmaken. Aftredende leden
kunnen terstond worden herbenoemd, tenzij zij reeds vier jaar zitting hebben.
2. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten en brengt aan de
Algemene Vergadering schriftelijk of mondeling verslag van haar bevindingen uit.
3. Het bestuur stelt de kascommissie in staat, haar onderzoek tijdig voor de jaarlijkse Algemene
Vergadering te verrichten en is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle
door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te
tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
4. Indien het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, dan kan de commissie zich
op kosten van de vereniging door een onafhankelijk deskundige doen bijstaan.
5. De leden van de kascommissie kunnen te allen tijde door de Algemene Vergadering worden
ontslagen, maar slechts tegelijk met de benoeming van andere leden.

Artikel 37 DE ALGEMENE VERGADERING

1. Aan de Algemene Vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door
de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. Jaarlijks worden er tenminste twee Algemene Vergaderingen gehouden, waarvan de eerste
wordt gehouden in het tweede kwartaal na afloop van het voorafgaande verenigingsjaar. De
tweede Algemene Vergadering wordt in het vierde kwartaal doch uiterlijk één maand voor
afloop van het Verenigingsjaar gehouden.
In de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering komen in ieder geval aan de orde:
a. het jaarverslag, bedoeld in artikel 33;
b. de balans en de staat van baten en lasten, bedoeld in artikel 35;
c. het verslag van de kascommissie, bedoeld in artikel 36;
d. de benoeming van een kascommissie voor het onderzoek van de balans en de staat van
baten en lasten over het lopende verenigingsjaar, bedoeld in artikel 36;
e. de begroting, bedoeld in artikel 32, tenzij deze al is vastgesteld;
f. de voorziening in bestuursvacatures.
In de tweede Algemene Vergadering komt in ieder geval aan de orde:
a. de begroting, bedoeld in artikel 32;
b. de beleidsvoornemens voor het komende Verenigingsjaar.
3. Andere Algemene Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dat wenselijk
vindt of ten minste vijftig stemgerechtigde leden dat verzoeken. Bij het verzoek worden de
te behandelen onderwerpen, die op de agenda moeten worden vermeld, duidelijk
aangegeven.

Van de Algemene Vergadering van ten minste zoveel
stemgerechtigde leden als in het vorige lid worden bedoeld, worden op de agenda van de
eerstvolgende Algemene Vergadering vermeld indien zij ten minste zes weken vóór die
Algemene Vergadering bij het bestuur zijn ingediend. Zij worden met een preadvies van het
bestuur ten minste drie weken vóór de Algemene Vergadering aan de leden beschikbaar
gesteld door publicatie op het alleen voor leden toegankelijke deel van de website, in het
clubblad en/of in een periodieke nieuwsbrief en kan desgewenst op aanvraag worden
toegezonden. In het laatste geval worden de leden van de mogelijkheid daartoe in kennis
gesteld.


Artikel 38 BIJEENROEPING

1. De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur.
2. De leden worden, behoudens in het geval bedoeld in het vierde lid, ten minste drie weken
tevoren opgeroepen door toezending van een agenda, die desgewenst in het clubblad kan
worden opgenomen.
3. De agenda vermeldt plaats, datum en aanvangstijdstip van de vergadering, alsmede de te
behandelen agendapunten.
4. Indien ingevolge artikel 37, vierde lid, op verzoek van vijftig leden, een Algemene
Vergadering moet worden gehouden, is het bestuur verplicht die vergadering uit te schrijven
binnen vier weken na ontvangst van het verzoek en op een termijn van niet langer dan acht
weken na indiening van het verzoek. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven kunnen de
verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan, hetzij overeenkomstig het tweede lid van dit
artikel, hetzij door middel van een advertentie in ten minste één landelijk veel gelezen
dagblad.

Artikel 39 TOEGANG EN STEMRECHT

1. Alle leden, met uitzondering van geschorste leden, behoudens het bepaalde in artikel 15,
vijfde lid, artikel 16, derde lid en artikel 17, hebben toegang tot de Algemene Vergadering en
stemrecht. Jeugdleden en geschorste leden hebben echter geen stemrecht. Indien de
voorzitter buiten de leden is benoemd, heeft deze wel toegang tot de Algemene
Vergadering, maar geen stemrecht.
2. Over toelating van andere dan de in het eerste lid bedoelde personen beslist het bestuur.
3. Een lid zijnde een hoofd- of gezinslid uit hetzelfde gezin of huishouden kan de ander
machtigen om het stemrecht namens hem/haar uit te oefenen.
4. Behoudens het gestelde in sub 3, kan een lid niet iemand anders machtigen het stemrecht
namens hem uit te oefenen.
5. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering het woord voeren, voorstellen doen en
amendementen indienen, behoudens de beperkingen die bij huishoudelijk reglement aan de
uitoefening van deze rechten worden gesteld.

 

Artikel 40 VOORZITTERSCHAP EN NOTULERING

1. De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. Is de
voorzitter afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging voorzien, dan voorziet de
vergadering zelf in het voorzitterschap.
2. Van het verhandelde in een Algemene Vergadering wordt door de secretaris of zijn
plaatsvervanger beknopte notulen opgemaakt. Is de secretaris afwezig en heeft het bestuur
niet in zijn vervanging voorzien, dan wijst de voorzitter een notulist aan.
3. Bij toepassing van artikel 38, vierde lid, laatste volzin, kunnen de verzoekers anderen dan
bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen.
4. De ontwerp-notulen worden beschikbaar gesteld door publicatie op het alleen voor leden
toegankelijke deel van de website, in het clubblad en/of in een periodieke nieuwsbrief en
kan desgewenst op aanvraag worden toegezonden. In het laatste geval worden de leden
van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld. Zij worden in de eerstvolgende Algemene
Vergadering, eventueel gewijzigd, vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris
ondertekend. De eventueel door de Algemene Vergadering aangebrachte wijzigingen
worden tevens opgenomen in de notulen van de vergadering waarin tot deze wijzigingen
werd besloten.


Artikel 41 BESLUITVORMING

1. Voor zover de wet of de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten van de
Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
2. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht, maar tellen wel mee
voor het quorum.
3. Alle stemmingen over de aanwijzing of benoeming van personen geschieden schriftelijk. Alle
overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming
gewenst acht of ten minste vijf stemgerechtigde leden dat vóór de stemming verlangen. Een
schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende briefjes.
4. Indien niemand hoofdelijke stemming verlangt wordt het besluit bij acclamatie genomen.
5. Indien mondelinge stemming moet plaatsvinden, dan kan de voorzitter besluiten tot
stemming bij handopsteken, tenzij één der stemgerechtigde leden stemming bij hoofdelijke
oproeping verlangt. Ook kan de voorzitter alsnog tot stemming bij hoofdelijke oproeping
besluiten, indien hij bij de stemming bij handopsteken de uitslag der stemming niet kan
vaststellen.
6. Indien schriftelijke stemmingen over verschillende aanwijzingen, benoemingen of zaken
moeten plaatsvinden, dan kunnen deze stemmingen gecombineerd worden mits de
stembriefjes zodanig zijn ingericht, dat verwarring redelijkerwijs niet mogelijk is. Evenwel
moeten afzonderlijke stemmingen worden gehouden indien ten minste vijf stemgerechtigde
leden dat verlangen.
7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de benoeming of aanwijzing van
personen, dan is het voorstel verworpen.

Artikel 42 STEMMINGEN OVER PERSONEN

1. Indien bij een aanwijzing of benoeming van een persoon niemand de volstrekte meerderheid
heeft gekregen, dan heeft een tweede stemming plaats, tenzij tussen twee personen is
gestemd.
2. Heeft dan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden
herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen,
hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.
3. Bij de in het tweede lid bedoelde herstemmingen wordt telkens gestemd tussen de personen
op wie bij de voorafgaande stemming kon worden gestemd, met uitzondering van de
persoon op wie bij die voorafgaande stemming de minste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij
die stemming de minste stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door
loting uitgemaakt op wie van die personen bij de volgende stemming geen stemmen meer
kunnen worden uitgebracht.
4. Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, dan beslist het lot wie
van beiden is aangewezen of benoemd.

Artikel 43 VASTSTELLING BESLUITVORMING

1. Het in de Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van
een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor
zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel van
de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de
meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of
schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming
vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

Artikel 44 REGLEMENTEN

1. De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen
vaststellen, waarvan de bepalingen niet in strijd mogen zijn met en niet mogen afwijken van
de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, of van deze statuten.
2. Indien de reglementen van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland
verlangen dat een huishoudelijk reglement of een ander reglement aan de goedkeuring van
de Raad van Beheer wordt onderworpen, dan treedt het niet in werking alvorens die
goedkeuring is verkregen. Hetzelfde geldt voor wijziging van dat reglement.
3. De Algemene Vergadering kan een reglement te allen tijde wijzigen, mits aan de in statuten
en huishoudelijk reglement gestelde eisen voor de besluitvorming en de voorbereiding
daarvan is voldaan. Ook de Algemene Vergadering kan echter geen besluiten nemen in strijd
met een reglement.

Artikel 45 GESCHILLENCOMMISSIE

1. Het bestuur kan een geschillencommissie benoemen, bestaande uit een voorzitter en twee
leden, die geen lid van het bestuur zijn en als onpartijdig en onkreukbaar bekend staan.
Daarnaast heeft de voorzitter geen enkele verbondenheid met de vereniging en dient deze
zo mogelijk daarenboven de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten.
2. Een benoeming als bedoeld in het eerste lid is pas van kracht, nadat deze door de Algemene
Vergadering is bekrachtigd bij een met een meerderheid van ten minste twee/derde van de
uitgebrachte stemmen genomen besluit.
3. De leden van de geschillencommissie treden na drie jaar af. Zij kunnen terstond worden
herbenoemd. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voorts door overlijden of
bedanken. De leden kunnen niet worden ontslagen. Het einde van het lidmaatschap van de
vereniging heeft niet het einde van het lidmaatschap van de commissie tot gevolg.
4. De geschillencommissie is op schriftelijk verzoek van de meest gerede partij bevoegd kennis
te nemen van alle geschillen tussen het bestuur en een of meer bestuursleden en tussen
bestuursleden en/of leden onderling, indien door het voortbestaan van een dergelijk geschil
de sfeer binnen de vereniging is verstoord of dreigt te worden verstoord, dan wel de goede
gang van zaken binnen de vereniging anderszins wordt geschaad of dreigt te worden
geschaad.
5. De Algemene Vergadering kan besluiten, dat de geschillencommissie voor de behandeling
van toekomstige beroepen tegen een weigering van toelating als bedoeld in artikel 11, tegen
een opzegging van het lidmaatschap als bedoeld in artikel 15, tegen een ontzetting uit het
lidmaatschap als bedoeld in artikel 16 en tegen een schorsing als bedoeld in artikel 17, voor
de Algemene Vergadering in de plaats treedt. De Algemene Vergadering kan een dergelijk
besluit voor toekomstige beroepen ook weer intrekken.
6. De geschillencommissie doet in het geschil uitspraak na behoorlijk onderzoek en oproeping,
althans schriftelijke raadpleging, van alle betrokkenen. Zij bepaalt verder zelf de loop van de
procedure. De leden van de vereniging verstrekken aan de commissie alle door haar
verlangde inlichtingen. De commissie kan op kosten van de vereniging deskundigen
raadplegen, indien zij daaraan behoefte heeft.
7. De schriftelijke uitspraak van de commissie wordt onverwijld aan het bestuur en aan alle
betrokkenen toegezonden. Het bestuur en alle betrokkenen zijn verplicht, naar de uitspraken
van de commissie te handelen.
8. Leden van de geschillencommissie zijn niet gehouden aan een lidmaatschap van de
Vereniging De Berner Sennenhond.

Artikel 46 AANSPRAKELIJKHEID

De vereniging is tegenover haar leden niet aansprakelijk voor enige schade, ontstaan tijdens
vanwege de vereniging georganiseerde bijeenkomsten, cursussen of evenementen, van
welke aard ook, en evenmin voor enige schade ten gevolge van door de vereniging
verleende adviezen of door welke andere oorzaak dan ook.

Artikel 47 STATUTENWIJZIGING

1. Deze statuten kunnen, onverminderd het bepaalde in de volgende leden, slechts worden
gewijzigd bij een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit
van de Algemene Vergadering.
2. Een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging
woordelijk is opgenomen, wordt ten minste vijf dagen voor de vergadering door hen die de
oproeping tot de vergadering hebben gedaan, op een daartoe geschikte plaats voor de leden
ter inzage worden gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
De leden worden van deze ter-inzage-legging op de hoogte gesteld.
3. Voorts wordt het voorstel tot statutenwijziging hetzij tegelijk met de in artikel 38 bedoelde
agenda aan alle leden beschikbaar gesteld door publicatie op het alleen voor leden
toegankelijke deel van de website, in het clubblad en/of in een periodieke nieuwsbrief en
kan desgewenst op aanvraag worden toegezonden. In het laatste geval worden de leden
van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld.
4. Amendementen op het voorstel tot statutenwijziging moeten uiterlijk twee weken voor de
vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. Indien het voorstel tot
statutenwijziging aan alle leden is toegezonden, worden ook de ingediende amendementen
zo spoedig mogelijk na het verstrijken van de indieningstermijn aan alle leden toegezonden.
Indien het voorstel tot statutenwijziging alleen is toegezonden aan de leden die daarom
hebben verzocht, dan worden ook de ingediende amendementen alleen aan deze leden
toegezonden.
5. Een wijziging van de statuten treedt niet in werking dan nadat deze door de Raad van
Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is goedgekeurd en van de wijziging een
notariële akte is opgemaakt.

Artikel 48 ONTBINDING

1. De vereniging kan slechts worden omgezet, gefuseerd of ontbonden door een met ten
minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene
Vergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien niet twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is, dan wordt binnen zes
weken een tweede Algemene Vergadering gehouden over het voorstel zoals dat in de
vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering kan ongeacht het aantal
aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten, mits met een meerderheid van ten
minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
2. Artikel 47, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. Tegelijk met een besluit tot ontbinding wijst de Algemene Vergadering een andere
kynologische vereniging aan, waaraan een eventueel batig saldo na vereffening zal
toevallen. Ook kan de Algemene Vergadering een of meer anderen dan het bestuur met de
vereffening belasten.